Fundación Gusta Gúchipas ONG zet zich in voor de bescherming van het unieke natuurgebied Páramo de Sumapaz. Páramos zijn gebieden met toendravegetatie, zoals die nergens anders gekend zijn en komen enkel voor in Zuid-Amerika. Ze zijn er onmisbaar, zo voorzien ze bijvoorbeeld 70% van het water dat in Colombiaanse steden uit de kraan loopt. Desondanks stelt de stichting vast dat de Páramos buiten Zuid-Amerika nauwelijks gekend zijn, en daarmee zijn deze parels goed geheim gebleven voor andere continenten. Gusta Gúchipas wil alvast voor haar doelpubliek en sympathisanten het verhaal van dit wonderbaarlijk gebied uit te doeken doen.
Onder meer omdat de stichting het afgelopen jaar een actieve rol heeft gespeeld in de onderhandelingen tussen het huidige politieke bestuur, de boeren en andere belanghebbenden om dit kwetsbare gebied te beschermen. Meer concreet wil ze het natuurgebied vrijwaren, en dit zonder dat de mensen, die er in vele gevallen al voor menige generaties wonen en er bijgevolg afhankelijk van zijn, het grondgebied moeten verlaten.
De huidige regering denkt hier anders over, omdat de menselijke activiteiten schadelijk zouden zijn voor de natuur. Gusta Gúchipas gelooft er echter in dat, door de aanwezigheid en de actieve rol van de bewoners in en rondom dit Páramo, praktijken als illegale mijnbouw en verstoring door toerisme worden tegengegaan. Maar wat zijn nu die Páramos? En waarom de hoge prioriteit en de vele inspanningen van Fúndacion Gusta Gúchipas om deze te beschermen?
Hoe uniek zijn de Páramos?
De Páramos zijn een keten van unieke toendragraslanden, nog beter is om dit eco-systeem te omschrijven met de Engelse term ‘moor’ of ‘moorland’. Deze graslanden zijn gelegen rond de evenaar op een aanzienlijke hoogte, tussen 3000 en 4000 meter, waarvan de meeste in het Andesgebergte. Meer specifiek komen ze voor in de landen Colombia, Venezuela, Ecuador, het Noorden van Peru, Panama en Costa Rica.
De Páramos zijn exclusief voor de neotropen, hoewel er vergelijkbare ecosystemen bestaan in Afrika, Azië en Oceanië. Ook in die landen bevinden de moorlanden zich in de regio rond de evenaar en op een hoogte boven 3000 meter. Daarnaast beschikken ze net zoals de Páramos gelijkaardige kenmerken als groei en structuur van bepaalde vegetatie. Hoewel ze dit gemeen hebben zijn er geologische en antropologische verschillen tussen de Páramos in Zuid-Amerika en haar equivalenten elders in de wereld. Zo zijn de gelijkaardige ecosystemen op de andere continenten altijd geïsoleerd gebleven, en kennen ze niet ‘het flikkerende connectiviteitssysteem’ (zoals later in dit artikel wordt omschreven).
Bovendien staan de Páramos in Colombia nog steeds in verbinding met elkaar door corridors (ecologische verbindingszones die natuurgebieden verbinden), wat niet het geval is bij haar tegenhangers. Corridors zorgen dat dieren zich tussen de Páramo’s kunnen verplaatsen, wat niet alleen belangrijk is voor meer diversiteit aan dieren, maar ook voor de verspreiding van zaden. Een ander verschil is dat de typische ‘frailejón’, de plant die typerend is voor de Páramos, alleen terug te vinden is in Zuid-Amerika.
De term ‘Páramos’ wordt tot slot regelmatig verward met het geheel van deze ecosystemen, wat foutief is. Elders in de wereld, waar deze gelijkaardige ecosystemen zijn, gebruikt de plaatselijke bevolking de term ‘Páramo’ niet. Bijvoorbeeld in Afrika zijn inheemse namen gebruikelijker, waarvan “Afro-Alpine band” de meest voorkomende is, en verwijst naar de cirkelvormige omtrek dat het ecosysteem maakt rondom de berg.
Endemische planten in de Páramos
Het is niet alleen een feit dat de er ontzettend veel verschillende plantensoorten in de Páramos voorkomen, veel daarvan zijn bovendien endemisch, dat wil zeggen dat ze specifiek zijn voor een gebied of land, en dat ze dus nergens anders ter wereld in die vorm voorkomen. In de Colombiaanse Páramos zijn er 1500 verschillende soorten planten met wortels, een stengel en bladeren (mossen, grassen en micro-organismen zijn dus hier niet bijgerekend), waarvan 60% endemisch zijn.
Kenmerkend voor de Páramos zijn de gematigde graslanden, tussen deze grassen valt vooral de typische plantensoort Frailejón op, een composiet die op de grond of met een stam kan groeien. Hoewel deze soort in alle Páramos groeit, zien de Páramos er niet overal hetzelfde uit, de verklaring hiervoor wordt duidelijk wanneer we ingaan hoe dit natuurlijk erfgoed is ontstaan. Voor we dit omschrijven gaan we eerst in op de vele voordelen die deze natuurgebieden bieden en op wat de mens ervoor kan betekenen.
De Páramos als Naturae Universalis
Zoals ondertussen duidelijk is bevatten de Páramos een enorme biodiversiteit, door haar omvang is het moeilijk om deze in kaart te brengen, maar naar schatting gaat het om volgende hoeveelheid aan planten- en diersoorten:
3.379 plantensoorten | 70 zoogdiersoorten | 154 vogelsoorten | 90 amfibiesoorten |
De Páramos zijn niet alleen van cruciaal belang voor planten en dieren, ze leveren ook onmisbare ecosysteemdiensten aan de mens:
Waterregulering: De Páramos krijgen door de Colombianen eer met de verwijzing ‘waterfabriek’. Begrijpelijk, want 70% van het water in de steden is van die plek afkomstig. Méér nog, door het natuurlijk genereren van water door de Páramos, is Colombia het op zes na rijkste waterland ter wereld. Colombia produceert jaarlijks 2300 km3 water, wat overeenkomt met 920 miljoen Olympische zwembaden. Verbazingwekkend dat deze ecosystemen zoveel water voorzien, want zoals in de rest van de wereld valt op deze hoogte niet bijzonder veel regen. In de Páramos regent het wel regelmatig, maar meestal met een lage intensiteit, waardoor er een constante en gereguleerde waterstroom ontstaat.
Om de grote hoeveelheid aan wateropname te verklaren moeten we kijken naar de planten die er groeien. Die zijn zo aangepast, doordat hun bladeren meer contact maken met de lucht, om water te capteren uit mist. De planten en struiken fungeren als sponzen die op elk moment vocht uit de lucht kunnen halen. Vervolgens geven de planten het water gereguleerd af, dat wordt gefilterd door de bodem, om uiteindelijk via allerlei kanalen (in-en over de bodem) zijn weg te vinden naar het lager gelegen nevelbos. Daar komt het samen in lagunes, beekjes en rivieren. Dit water wordt op de rivieren naar de steden opgepompt door waterzuiveringsinstallaties, ondergaat daar nog enkele bewerkingsstappen, en tot slot wordt het aangesloten op leidingen naar steden en de omliggende gehuchten.
Energie: Deze rivieren en meren zorgen niet alleen voor drinkbaar water, maar worden ook gebruikt om energie op te wekken via waterkrachtscentrales. Zo wekt Colombia met haar Hydro-energiesystemen een capaciteit op van 11.726 MW, en staat daarmee op de derde plaats in Zuid-Amerika. Met de uitbreiding van stuwdammen zorgde deze techniek de afgelopen vier jaar voor meer dan 70% van de totale energieopwekking in Colombia. De kanttekening die hierbij moet worden gemaakt, is dat deze techniek niet geheel onomstreden is. Door het zetten van deze centrales worden grote gebieden onder water gezet, dit heeft negatieve effecten op de leefomgeving van mens en dier.
Koolstofvastlegging: De Páramos zijn niet alleen verantwoordelijk voor de leefbaarheid van de Colombianen, maar (onrechtstreeks) voor die van alle mensen. Naast hun biodiversiteit en wateraanvoer zorgen ze bijkomend voor de opslag van koolstof. Dit is niet uniek aan de Páramos, aangezien bossen en andere vegetatietypen hetzelfde doen. Wat wel uniek is, is dat de vegetatie en bodems van de Páramos tien keer zoveel koolstof vasthouden in vergelijking met dezelfde oppervlakte tropisch woud. Het belang van de Páramos, en dus het belang van de bescherming ervan, is met andere woorden van onschatbare waarde.
De rol van de mens
Naast deze grote biologische rijkdom zijn de Colombiaanse Páramos het territorium van verschillende bevolkingsgroepen, die er al meer dan 10.000 jaar geleden een plek vonden. Zowel boeren als inheemse groepen hebben er een aanzienlijke hoeveelheid productiepraktijken en ecologische kennis opgebouwd, zoals het voedings- of medicinale gebruik van bepaalde planten, biologische praktijken die helpen bij de productie van vruchten, natuurlijke middelen om plagen te bestrijden, enz. Veel van deze kennis gaat door huidige omstandigheden (denk hierbij aan de mondialisering van de markt en het gebruik van nieuwe technologieën) verloren. Om deze en andere redenen wordt er steeds minder overgedragen van generatie- op generatie, met het gevaar dat er een gebrek komt aan kennis over de functies en voordelen van deze ecosystemen en over wat hun complexe interne relaties te bieden hebben.
Naast dit fenomeen komt er nog eens bovenop dat de Colombiaanse regering een akkoord heeft gesloten waarin grote delen van de Páramos onbewoonbaar worden verklaard. Dit met als argument dat ze niet wil dat er nog langer aan boskap en landbouwactiviteiten wordt gedaan.
Gusta Gúchipas staat echter sceptisch tegenover deze beslissing. Ze erkennen dat landbouw en boskap negatieve effecten hebben op het Páramo, maar stellen vast dat de schade door ontginning van mineralen, intensievere landbouw, en meer boskap rondom de Páramos een grotere negatieve impact hebben op de ontwikkeling van dit unieke gebied.
De ideologie van de organisatie, dat het sociale en het ecologische aspect hand in hand gaan, is daarnaast een uitgangspunt dat deze groepen net een beschermende rol bieden aan de Páramos. Mits enige afbakening van hun terrein, en ze hun activiteiten op een meer duurzame manier uitvoeren, is het volgens Gusta Gúchipas net zinvol dat de boeren en inheemse bevolking in dit gebied blijven. Net op die manier kunnen ze controle houden op wie het territorium betreedt en welke activiteiten ze er uitvoeren. Zo kunnen ze het zogenaamde ‘ecotoerisme’ en mogelijke ontginningsactiviteiten, die het ecosysteem vernielen, tegengaan. Hierbij moet aangevuld worden dat de stichting wel gelooft in ecotoerisme, maar dat ze het niet realistisch achten dat dit op een duurzame manier kan georganiseerd worden in de Páramos.
Het ontstaan van de Páramos ontrafeld
De Páramos in Colombia zijn naar schatting tussen de 5 en 3 miljoen jaar geleden ontstaan, beïnvloed door het in- en uitgaan van de ijstijd. Zoals eerder vermeld bevinden de Páramos zich op een hoogte tussen 3000 à 4000 meter, maar uit recent onderzoek blijkt echter dat dit niet altijd zo geweest is, en daarin ligt de verklaring van hun uitzonderlijk hoge biodiversiteit. In de loop van de tijd zijn de Páramos namelijk gegroeid en gekrompen en zijn ze op- en neergeschoven op de berghellingen van de Andes. Daarbij was het gevolg dat planten die uniek waren voor een Páramo geïsoleerd werden wanneer dat Páramo kromp en overgedragen werden aan een ander Páramo wanneer het groter werd. Dit fenomeen wordt door de auteurs van het recente onderzoek ernaar, benoemd als ‘het flikkerende connectiviteitssysteem’. Als je dit bijzondere verschijnsel beter wil begrijpen kan je hun samenvattend artikel ‘De Dynamische geschiedenis van de páramo‘ lezen, of onderstaande minidocumentaire bekijken die ze gemaakt hebben om meer duiding te geven.
Bescherming van de Páramos
We kunnen concluderen dat de enorme biodiversiteit van de Páramos is ontstaan door een klimaat van hoge en lage temperaturen, dit wil echter niet zeggen dat de opwarming van de aarde dit systeem niet danig kan verstoren en zelfs vernietigen. Ondertussen is wel duidelijk dat de Páramos die we in de huidige warme periode zien, dicht bij hun historische maxima liggen. Aaron O’Dea van het Smithsonian Tropical Research Institute in Panama waarschuwt hiervoor:
“Dit is een ecosysteem dat letterlijk op een kantelpunt staat. Mensen hebben de Páramos al beïnvloed door vuur en begrazing en nu, terwijl de wereld opwarmt, worden de Páramos verder omhooggeduwd en verder verdeeld in kleinere gebieden. Zonder bescherming zullen de Páramos en hun onvervangbare diversiteit worden uitgedoofd.”
Fúndacion Gusta Gúchipas probeert een actieve rol te spelen in de bescherming van de Páramos, meer bepaald in het dichtbijgelegen Páramo van Sumapaz. De stichting ijvert voor duidelijke richtlijnen waarbij het Páramo beschermd wordt en waarbij de boeren, met de nodige aanpassingen, hun activiteiten mogen verderzetten. Daarbij zou een goede voorwaarde zijn dat ze de rol van Páramowachters (cf. boswachters) op zich nemen. Voor deze regeling hopen de bestuurders van Gusta Gúchipas dat er spoedig een compromis komt tussen politiek, de boeren en andere belanghebbenden, zodat dit kwetsbare gebied eindelijk gevrijwaard wordt van menselijke beschadiging.
Achiel Dumon